Hotel ‘t Spijker (Rijksstraatweg 191)
Lange tijd was Beek een troosteloos dorpje in de wildernis. De geboorte van het toerisme in de negentiende eeuw bracht het bergdorpje echter grote voorspoed, maar de Tweede Wereldoorlog gooide roet in het eten. De glorietijd van het Beekse toerisme wordt levend gehouden door Hotel ‘t Spijker, dat momenteel zijn 250e verjaardag viert. Al in 1825 mijmerde Ten Hoet: ‘Een half uur verder dan Ubbergen, breidt zich het wijdbekende dorp Beek, aan den voet der bergen, als in eene vallei uit, en noodigt met deszelfs murmelende beken, ruischende watervallen, graanrijke of begroeide heuvelen en dichterlijk schoone dalen, den wandelaar tot de zoetste genietingen.’ Mogelijk was het Spijker in de beginperiode – rond 1751 – een boerderij, in gebruik als eenvoudige uitspanning voor reizigers richting Duitsland. De naam ‘spijker’ of ‘spieker’ verraadt een agrarische herkomst, want in de Middeleeuwen was dat een voorraadschuur. Rond 1840 kwam het in handen van de familie Jansen.